Verenigde staten: er worden miljoenen geëist bij McDonald’s voor het morsen van hete koffie over ledematen. Of er worden dieren in een magnetron en wasmachine gestopt met de gedachte dat dit kan, omdat het niet als waarschuwing in de handleiding stond. Gaat dit de realiteit worden in Nederland? Steeds meer conflicten worden juridisch afgebakend wat kan leiden tot meer juridische wrijving in de samenleving. Maar is deze claimcultuur schadelijk?
Claimcultuur
Er gaan steeds meer verhalen rond die zich richten op een toename van schadeclaims in Nederland. Men spreekt in de huidige tijd daarom ook wel van een claimcultuur. Onder claimcultuur wordt hier verstaan een cultuur waarin burgers elkaar met regelmaat en voor hoge bedragen in juridische zin aanspreken ter vergoeding van geleden schade. Er ontstaat steeds meer ‘voedsel’ voor juridische conflicten. Een deel van deze conflicten gaat over het claimen van geleden schade. Een mogelijke oorzaak is de juridisering van de samenleving. Hiermee wordt bedoeld dat er een bepaalde regeldichtheid wordt gecreëerd. Huidige problemen in de samenleving worden door middel van nieuwe wetgeving en regels vastgelegd. Dit brengt weer nieuwe discussies met zich mee die vervolgens bij de rechter worden neergelegd.
Verenigde Staten
Bij een aansprakelijkstelling moet je belastend bewijs op tafel leggen om de tegenpartij aansprakelijk te stellen. Dit kan soms voor problemen zorgen als de mogelijkheden om het bewijs te verkrijgen beperkt zijn. In de Verenigde staten is het ‘vissen’ naar bewijs binnen zekere marges toegestaan. Het is daar ook niet ongebruikelijk om een rechtszaak aan te spannen om te kijken of er überhaupt een rechtszaak is. Een ‘fishing expedition’ is dan ook toegestaan, dit zou essentieel zijn voor een goede procesvoering.
Ford Pinto Memorandum
Een klassiek voorbeeld is het Ford Pinto Memorandum arrest in de Verenigde Staten. In dit arrest had Ford een grimmige kostenberekening gemaakt. Ford berekende namelijk dat het 137 miljoen dollar zou kosten om haar auto’s veiliger te maken, terwijl het uitbetalen van (dodelijke) slachtoffers enkel 49,5 miljoen dollar kostte. Ford besloot dus om niets te doen. De beruchte berekening ofwel het bewijs is boven water gekomen door gebruik te maken van het zogenaamde ‘vissen’.
Claimcultuur in Nederland?
In Nederland kennen we dit soort praktijken niet, althans ‘nog’ niet. De kans is momenteel ook nog er klein, aangezien wij andere wetgeving kennen dan in de Verenigde Staten. Zo moet iemand een ‘rechtmatig belang’ hebben bij het opvragen van informatie. De wederpartij kan echter weigeren om de desbetreffende informatie te verstrekken, indien zij denken dat daar ‘gewichtige redenen’ voor zijn. Deze uitzonderingsgronden maken het vaak lastig om de juiste informatie te verkrijgen.
Het schadelijke is onschadelijk
De taferelen die zich in de Verenigde Staten voor doen zijn wellicht wat aan de extreme kant, maar het kent ook zijn voordelen. Door de ruime mogelijkheden om bewijs te verzamelen en de vaak hoge schadebedragen kan het makkelijker of toegankelijker zijn om iemand aansprakelijk te stellen. Aansprakelijkheid is niet enkel een middel om schadevergoeding te verhalen voor slachtoffers, maar het is ook een manier voor waarheidsvinding en gedragsbeïnvloeding om positieve sociale verandering teweeg te brengen. In de jaren 70 maakten alle autofabrikanten de benzinetank veiliger nadat ze aansprakelijk zijn gehouden. Na de aanpassingen konden benzinetanks minimaal een botsing van 80 km per uur aan. En zo zijn er nog vele andere voorbeelden. Het vaststellen van aansprakelijkheid kan zien ze als een vorm voor private handhaving van wetten.
Schade melden? Dat kan hier!
Arbeidsongeval, wie is aansprakelijk?
Stel je het volgende eens voor: je werkt in een supermarkt als vakkenvuller en terwijl je de bovenste schap probeert te bereiken, om het vak te vullen, komt de hele stellage naar beneden, waardoor je knel komt te zitten met je been. Het gevolg van dit ongelukkige ongeval is een pijnlijke botbreuk aan je rechterbeen. Je bent niet meer in staat om je werk naar behoren uit te voeren en loopt door het ongeval dus inkomsten mis. Ook maak je medische kosten als gevolg van het arbeidsongeval. Maar is je werkgever aansprakelijk voor de kosten die gemoeid gaan met de opgelopen (letsel)schade?
Arbeidsongevallen in Nederland
In 2016 ontving de Inspectie 3.785 ongevalsmeldingen. Ruim 67% daarvan heeft de Inspectie onderzocht. Het geregistreerde aantal slachtoffers steeg in 2016 met 14% ten opzichte van 2015. Van deze slachtoffers zijn er 70 overleden als gevolg van het ongeval. Vanaf 2014 neemt het aantal geregistreerde slachtoffers in de sectoren industrie, vervoer en vooral in de bouw toe. De sector afvalverwerking heeft al jaren het hoogste aantal geregistreerde slachtoffers. Het aantal dodelijke slachtoffers is al jaren het hoogst in de bouw.
Verplichtingen werkgever
De werkgever heeft een plicht om zijn werknemers in een veilige werkomgeving te laten werken. Hierin is de werkgever niet geheel vrij, daar is namelijk wetgeving voor opgesteld. Deze wetgeving is onder andere vastgelegd in de Arbeidsomstandighedenwet, ook wel Arbowet genoemd. Hier staan algemene bepalingen in die gelden voor alle plekken waar arbeid wordt verricht. De Arbowet is een kaderwet. Dit betekent dat er geen concrete regels in staan. Die zijn verder uitgewerkt in het Arbobesluit en de Arboregeling. Dan is het denkbaar dat een werkgever bijvoorbeeld moet zorgen voor een stillere machine of gehoorbeschermers als werknemers werken met een machine die veel lawaai maakt.
Onder welke omstandigheden is er sprake van een arbeidsongeval?
Een arbeidsongeval of bedrijfsongeval, het woord zegt het al, gebeurt onder werktijd. Het begrip ‘werk’ moet ruim worden gezien. Want een ongeval tijdens de middagpauze valt ook onder werktijd, terwijl je dan in de meeste gevallen gewoon een boterham aan het eten bent. Maar ook bijvoorbeeld een werknemer die lopend een boodschap bij de supermarkt haalt in opdracht van zijn werkgever. Of een werknemer die op zijn fiets onderweg is naar zijn werk en door een auto wordt aangereden. Dan zou je denken dat dit buiten werktijd is, maar woon-werkverkeer wordt gelijkgesteld met werktijd. De werkgever is hiervoor bijna altijd aansprakelijk te houden. Dit zijn allemaal voorbeelden waarbij je misschien niet direct bij stilstaat, maar wel degelijk onder werktijd valt.
Aansprakelijkheid werkgever
Even terug naar het voorbeeld. Het arbeidsongeval is tijdens het vakkenvullen gebeurt en het is dus duidelijk dat dit onder werktijd valt. Je bent opgenomen in het ziekenhuis, omdat je een pijnlijke botbreuk hebt opgelopen aan je rechterbeen. De artsen zeggen dat je nooit meer langdurig kan rennen en hierdoor je favoriete sport voetballen niet meer kan uitoefenen. Er is dus sprake van blijvend letsel. Werkgevers zijn verplicht dit soort arbeidsongevallen te melden bij de Inspectie SZW.
De onderzoeken zijn gericht de oorzaak op te sporen om herhaling te voorkomen. Ook heb je schade geleden en kosten gemaakt die niet ontstaan zouden zijn als er geen sprake was van een ongeval. Mogelijk is je telefoon, horloge, sieraad of broek kapot/beschadigd door het ongeval. Er zijn medische kosten gemaakt door de vele ziekenhuisbezoeken. Je carrière als profvoetballer is ook niet meer mogelijk en bepaalde handelingen op het werk zijn moeilijker geworden. De kans is groot dat je al deze kosten en misgelopen kansen of inkomsten kunt verhalen op je werkgever.
Schade24
Bij (letsel)schade door een arbeidsongeval krijgt u altijd te maken met een verzekeringsmaatschappij. Dit zijn vaak grote organisaties waar het soms lastig kan zijn om de (letsel)schade te verhalen. De schadespecialisten van Schade24 staan voor je klaar om je te ondersteunen bij het schadetraject. Wij doen er alles aan om dit proces zo probleemloos te laten verlopen. Schade melden? Dat kan hier!
Aansprakelijkheid voor producten
Er zijn twee vormen van aansprakelijkheid. U kunt aansprakelijk zijn voor uw eigen gedrag, ook wel schuldaansprakelijkheid genoemd. Maar u kunt ook aansprakelijk zijn voor het gedrag van een ander, ook wel risicoaansprakelijkheid of kwalitatieve aansprakelijkheid genoemd. In deze blog vertellen we meer over de aansprakelijkheid voor producten.
U heeft een gloednieuwe televisie gekocht. Maar op het moment dat u de televisie aansluit blijkt het product gebrekkig te zijn. De televisie is niet alleen kapot, maar het heeft ook schade veroorzaakt. Want op het moment dat u de televisie aansloot is er door een kortsluiting brandschade ontstaan in uw huis. De vraag is nu: wie is er aansprakelijk voor de schade die door een gebrekkig product is veroorzaakt?
Twee factoren spelen hier een belangrijke rol, de producent van het gebrekkig product en de verkoper van het gebrekkig product. Als hoofdregel geldt dat de producent, op grond van artikel 6:187 van het Burgerlijk Wetboek (hierna te noemen: BW), aansprakelijk is voor gebrekkige producten die door hem op de markt gebracht zijn en daardoor schade veroorzaakt hebben. Het kan echter ook zo zijn, dat de verkoper aansprakelijk is voor de schade die door het gebrekkig product is veroorzaakt.
Aansprakelijkheid bij gebrekkig product
Allereerst dient er gekeken te worden wanneer een product gebrekkig is. Een product is gebrekkig indien het product niet de veiligheid biedt die men daarvan wel mag verwachten. Men moet hierbij kijken naar de omstandigheden van het geval. Denk aan: de presentatie van het product, het redelijkerwijs te verwachten gebruik van het product en het tijdstip waarop het product op de markt is gebracht.
Bijvoorbeeld als de televisie, in dit voorbeeld, heel goed gepresenteerd wordt door te zeggen dat de televisie heel sterk is en nooit kapotgaat. Of als men een plantentafel koopt en die gaat gebruiken als een huishoudtrap, dan gaat het mis. Bij de presentatie van het product speelt de waarschuwingsplicht een grote rol. Een producent dient te waarschuwen voor: mogelijke gevaren die verbonden zijn aan het gebruik, overeenkomstig de bestemming van het product. Als verkeerd gebruik voorspelbaar is, dient er gewaarschuwd te worden voor gevaren die hierdoor kunnen ontstaan. Of voor gevaren die gebonden zijn aan het gebruik van het product dat niet in overeenstemming is met bestemming van het product maar wel voorspelbaar is.
Producent aansprakelijk
Wanneer u kunt bewijzen dat er schade is geleden, er een gebrek aan het product is ontstaan en dat de schade het gevolg is van het gebrek, is de producent aansprakelijk voor gebrekkige producten die door hem op de markt gebracht zijn en daardoor schade veroorzaakt hebben
Echter, is een producent, op grond van artikel 6:158 BW niet aansprakelijk voor de schade als; de producent het product niet op de markt gebracht heeft, het gebrek niet bestond op het moment dat het product op de markt gebracht werd of het onmogelijk is om het gebrek te ontdekken voordat het product op de markt gebracht werd. Dit zijn enkele voorbeelden, er kunnen zich meerdere situaties voordoen waarin de producent niet aansprakelijk is.
Verkoper aansprakelijk
De producent van het product is aansprakelijk tenzij, er sprake is van 1 van de volgende 3 gevallen van artikel 7:24 lid 2 BW. De verkoper het gebrek kende of behoorde te kennen, de verkoper de afwezigheid van het gebrek heeft toegezegd of de schade in de zin van artikel 6:190 sub a BW lager is dan 500 euro. Tevens is de verkoper op grond van artikel 7:24 BW altijd aansprakelijk voor de transactieschade. Transactieschade is de schade aan het gekochte product zelf, in ons voorbeeld de televisie.
Aansprakelijkheid bewijzen
Het bewijzen van aansprakelijkheid voor producten is niet altijd even makkelijk, er kunnen zich ook uitzonderingen voordoen waarbij een producent of verkoper niet aansprakelijk is voor het product. Wij raden u dan ook aan om uw probleem voor te leggen aan een jurist. Schade24 heeft professionele juristen in dienst. Zij zijn bereid hun juridische kennis met u te delen en u zo goed mogelijk bij te staan.
Schade 24 helpt je graag verder. Meld hier je schade!
Eenzijdige ongevallen
Een eenzijdig ongeval is een ongeval waarbij slechts één partij is betrokken. De schade die hieruit ontstaat is dus niet veroorzaakt door een wederpartij. Deze eenzijdige ongevallen vinden vaker plaats dan u misschien dacht. Vaak rijst bij de betrokkene de vraag of en hoe hij of zij deze schade vergoed kan krijgen. Tevens is de aansprakelijkheid een groot vraagstuk bij dit onderwerp.
Schade
Bij eenzijdige ongevallen is er vaak sprake van verlies van controle over het voertuig. Dit kan veroorzaakt worden door bijvoorbeeld een laagstaande zon, regen, sneeuw of onoplettendheid van de bestuurder. Maar denk ook aan het gebruik van een mobiele telefoon, kinderen op de achterbank of in slaap vallen tijdens een lange autorit. Door het verlies van controle raakt de bestuurder vaak van de weg en komt vervolgens in botsing met een boom, lantaarnpaal of wegafzetting. Zowel letselschade als materiele schade kan worden opgelopen. Deze schade kan, ook bij eenzijdige ongevallen, aanzienlijk zien. Uiteraard wil de bestuurder graag in kennis gesteld worden van de mogelijkheden die hij heeft om deze schade te verhalen.
Eenzijdige ongevallen
Ook bij een eenzijdig ongeval kan de (letsel)schade behoorlijk oplopen. U als bestuurder van het voertuig bent aansprakelijk voor de schade die voortvloeit uit een eenzijdig ongeval. Dit betekent echter niet dat al de kosten die verbonden zijn met het ongeval voor uw rekening komen. Om de schade vergoed te krijgen van de verzekering kunt een beroep doen op een van de volgende mogelijkheden: de schadeverzekering inzittenden, ongevallen inzittenden verzekering en de wettelijke aansprakelijkheidsverzekering. De manier waarop u verzekerd bent, bepaald wat de verzekering zal uitkeren.
De schadeverzekering inzittende is en niet verplichte verzekering. U kan er dus ook voor kiezen deze verzekering niet af te sluiten. Met de schadeverzekering inzittenden zijn zowel de bestuurders als de andere passagiers van het voertuig verzekerd. De verzekeraar vergoed de letselschade en materiele schade zonder te kijken naar de schuldvraag. Met deze optionele verzekering bent u het best verzekerd.
Inzittende verzekering
Ook de ongevallen inzittenden verzekering is geen verplichte verzekering. Bij deze verzekering keert de verzekeraar minder uit dan bij de schadeverzekering inzittenden. Na een (eenzijdig) ongeval keert de verzekeraar een vastgesteld bedrag uit. Dit betekent dat het schadebedrag dus niet in zijn geheel vergoed wordt. Daarnaast wordt dat vastgesteld bedrag alleen uitgekeerd als de bestuurder of de inzittende(n) als gevolg van het ongeval blijvende invalide wordt of komt te overlijden. Als er sprake is van overlijden dat gaat de vergoeding naar de nabestaanden.
Iedere automobilist in Nederland heeft een wettelijke aansprakelijkheidsverzekering. Met deze verzekering zal de verzekeraar de schade die u iemand anders toebrengt vergoeden. Uw eigen letselschade en materiele schade is echter niet vergoed. Deze kosten komen geheel voor uw eigen rekening. Van de drie genoemde verzekeringen dekt deze de minste kosten.
Mogelijkheden verzekering bij ongevallen
Mocht u ook een allriskverzekering hebben afgesloten, dan vergoed de verzekeraar ook de schade aan uw voertuig. Deze verzekering dekt alleen de materiele schade en dus niet de letselschade die de bestuurder of inzittende oploopt.
Ook bij een eenzijdig ongeval zijn er dus genoeg mogelijkheden om de schade die opgelopen kan worden te dekken. De schade kan ook bij een eenzijdig ongeval flink oplopen. Het is dus belangrijk dat, mocht u betrokken raken bij een eenzijdig ongeval, de verzekeraar uw schade vergoed.
Bent u betrokken geweest bij een eenzijdig ongeval of heeft u vragen? De juristen van Schade24 helpen u graag verder. Neem gerust contact met ons op. Dan gaan wij ons best doen om uw schade vergoed te krijgen.
Meld hier je schade!
Wetsvoorstel affectieschade
Wanneer een persoon als gevolg van een ongeval of iets dergelijks ernstige letselschade oploopt of overlijdt. Dan is de kans groot dat naasten en nabestaanden van het slachtoffer immateriële schade oplopen. Denk hierbij aan het verdriet en de mentale impact die de letselschade of het overlijden van het slachtoffer kan veroorzaken. Deze immateriële schade kennen wij als affectieschade. Tot op heden komt affectieschade volgens de Nederlandse wet nog niet in aanmerking voor vergoeding. Hier wordt aan gewerkt door middel van een wetsvoorstel dat is ingediend.
Wetsvoorstel affectieschade
In 2010 is een soortgelijk wetsvoorstel al eens verworpen. Met het nieuwe wetsvoorstel is er een tweede poging gewaagd om te zorgen dat affectieschade in aanmerking komt voor vergoeding. Dit voorstel is ingediend op 16 juli 2015. Met dit wetsvoorstel wilde toenmalig minister Van der Steur bereiken dat het verdriet en het leed van naasten en nabestaanden verzacht wordt. Een vergoeding van de immateriële schade kan voor naasten en nabestaanden een stukje erkenning geven. Dit zou hen steun moeten geven om de gebeurtenis te verwerken.
Op 9 mei 2017 is het wetsvoorstel aangenomen door de Tweede Kamer. Op dit moment heeft de Eerste Kamer ook gestemd. Zij hebben dit wetsvoorstel aangenomen en dit zal vanaf 1 januari 2019 van kracht zijn. Er waren echter nog wel wat onduidelijkheden, namelijk de uitleg van het begrip ‘ernstig en/of blijvend letsel’. Maar ook de behoefte van naasten en nabestaanden aan de schadevergoeding en de groep die in aanmerking komt voor deze schadevergoeding.
Functiestoornis
In beginsel zal ernstig en/of blijvend letsel worden aangenomen. Indien er sprake is van een blijvende functiestoornis van 70% of meer. Dit blijkt uit de memorie van antwoord van 6 september 2017. De vraag is hier wanneer die 70% wel en wanneer deze niet wordt bereikt. Leden van de CDA-fractie voorzien dat hier discussie over zal ontstaan. Het antwoord van de Minister van Veiligheid en Justitie is dat er alleen in uitzonderlijke gevallen een vergoeding van affectieschade toegekend kan worden.
Alleen de gevallen waar sprake is van een functiestoornis van 70% of meer komen is aanmerking voor een vergoeding van de affectieschade. Het percentage van de functiestoornis is bepaald door middel van de AMA-guides. Er wordt dan gekeken welke impact de schade heeft op het functioneren van het slachtoffer. Tevens is onderzocht welke gevolgen de schade heeft op het (dagelijks) leven van de gekwetste. Het kan dus voorkomen dat het percentage van de functiestoornis laag is, maar dat er door een grote impact op het leven toch sprake is van ernstig en blijvend letsel.
Vergoeding affectieschade
Voor dit wetsvoorstel is ook de behoefte aan vergoeding onderzocht door onder andere de Vrije Universiteit. Naasten en nabestaanden willen dat degene die aansprakelijk is voor het letsel gestraft wordt. Het zou voor hen dan ook een logisch gevolg zijn dat de veroorzaker de vergoeding voor affectieschade zelf zal betalen. In het nieuwe wetsvoorstel is het echter zo dat de schadevergoeding vaak betaald zal zijn door een verzekeraar of het Schadefonds Geweldsmisdrijven. Het is dus niet zeker of de naasten en nabestaanden uit deze vergoeding voldoening zullen halen. De reactie van de minister van Veiligheid en Justitie is dat een vergoeding de naasten en nabestaanden het gevoel van erkenning door het Nederlandse rechtssysteem geeft. Dit geeft hen het idee dat er wordt stil gestaan bij hun gevoelens en zien dit als een vorm van gerechtigheid.
Wie komt in aanmerking?
De kring van mensen die in aanmerking komt voor het ontvangen van een schadevergoeding is ook een punt van discussie. Het is vanzelfsprekend niet de bedoeling dat iedereen zomaar een beroep kan doen op de affectieschade. In het wetsvoorstel is gesproken van een ‘nauwe persoonlijke relatie’. Zoals veel wettelijke begrippen kan ook dit begrip op verschillende manieren worden geïnterpreteerd. De vraag van leden van de VVD-fractie was dan ook of bijvoorbeeld halfbroers en -zussen onder het begrip ‘nauwe persoonlijke relatie’ vallen. In de memorie van antwoord van 6 september schrijft de Minister dat er voor een ‘nauwe persoonlijke relatie’ sprake moet zijn van een hechte affectieve relatie. De factoren die hier een rol bij spelen zijn de intensiteit, de aard en de duur van de relatie. Er is tevens gekeken naar hoe deze relatie zich feitelijk standhoudt.
Nu de Eerste Kamer het wetsvoorstel aan heeft genomen, is de aanpassing in de wet gevoegd en zullen slachtoffers de mogelijkheid hebben om hun affectieschade te verhalen.
Meld hier je schade.
Aansprakelijkheid bij minderjarige kinderen
Er zijn twee vormen van aansprakelijkheid. U bent aansprakelijk voor uw eigen gedrag, ook wel schuldaansprakelijkheid genoemd. Maar u kunt ook aansprakelijk gesteld worden voor het gedrag van een ander, ook wel risicoaansprakelijkheid of kwalitatieve aansprakelijkheid genoemd.
Spelende kinderen maken brokken, maar wie gaat dit betalen? Een van de meest cliché voorbeelden: Een elfjarige jongen gooit een bal tegen een ruit aan waardoor de ruit breekt. Wie kan in deze situatie aansprakelijk worden gesteld? Dit is een vraag waar bijna iedereen wel eens over heeft nagedacht. Het antwoord op deze vraag zullen wij voor u in dit artikel verduidelijken.
Allereerst is het belangrijk om de leeftijd van de minderjarige kinderen in drie leeftijdscategorieën te verdelen. Bij de eerste leeftijdscategorie zijn de kinderen tot 14 jaar oud, bij de tweede leeftijdscategorie zijn de kinderen tussen de 14 en 16 jaar oud en bij de laatste leeftijdscategorie zijn de kinderen 16 jaar en ouder.
Aansprakelijkheid kinderen tot 14 jaar oud
Een gedraging van een kind dat de leeftijd van veertien jaar nog niet heeft bereikt, kan aan hem niet als een onrechtmatige daad worden toegerekend op grond van artikel 6:164 van het Burgerlijk Wetboek (hierna te noemen: BW). Maar op grond van artikel 6:169 lid 1 BW kunnen de ouders van het kind wel aansprakelijk worden gesteld voor de gedragingen van hun kinderen onder de veertien jaar.
Het is van belang dat het kind een als doen te beschouwen gedraging heeft begaan. In ons voorbeeld is dat de elfjarige jongen een bal heeft gegooid tegen een ruit, dit is een gedraging dat als een doen kan worden beschouwd. Het kind heeft namelijk zelf een bal tegen een ruit gegooid, deze handeling wordt als een doen beschouwd. De ouders van het kind kunnen dus aansprakelijk worden gesteld voor de schade dat verricht is door hun kind. Het enkel nalaten levert geen aansprakelijkheid van de ouders op. Bijvoorbeeld als het elfjarige kind glasscherven op de grond ziet liggen maar dit niet opruimt of niet doorgeeft aan zijn ouders of aan anderen mensen.
Verder is het van belang dat de gedraging van het kind als onrechtmatig is aan te merken als zijn leeftijd daaraan niet in de weg zou staan. Hiermee wordt bedoeld dat indien het kind tijdens het verrichten van deze gedraging niet elf jaar maar bijvoorbeeld zestien jaar was geweest. Deze gedraging een onrechtmatige daad zou opleveren op grond van artikel 6:162 BW.
Aansprakelijkheid kinderen 14 en 15 jaar oud
Een fout van een kind die de leeftijd van veertien jaar of vijftien jaar heeft bereikt. Dan is degene die het ouderlijk gezag of de voogdij over het kind uitoefent op grond van artikel 6:169 lid 2 BW aansprakelijk. De ouders van het kind zijn echter niet aansprakelijk indien hun niet kan worden verweten dat zij de gedraging van het kind niet hebben belet. Van de ouders kan niet worden verwacht dat zij hun kinderen de hele dag in de gaten houden. In zo een geval is het kind, op grond van artikel 6:162 BW, aansprakelijk voor zijn eigen gedraging. Dit wetsartikel wordt ook wel de onrechtmatige daad artikel genoemd. Het kind moet een fout hebben begaan welke aan hem kan worden toegerekend
Voor een nalatige gedraging van een kind tussen de veertien en vijftien jaar oud kunnen de ouders op grond van artikel 6:169 lid 2 BW aansprakelijk worden gesteld.
Dit was eerder niet mogelijk voor kinderen tot veertien jaar oud. Dus als een kind van veertien of vijftien jaar oud een brand in een gebouw ziet gebeuren, maar dit niet meldt bij zijn ouders of andere mensen, kunnen de ouders in dit geval aansprakelijk worden gesteld. Tenzij de ouders of voogd niet kan worden verweten dat zij de gedragingen van het kind niet hebben belet. Dan is het kind aansprakelijk op grond van artikel 6:162 BW.
Aansprakelijkheid kinderen 16 jaar en ouder
Vanaf deze leeftijd zijn de kinderen, op grond van artikel 6:162 BW, volledig zelf aansprakelijk voor hun eigen gedragingen. De ouders kunnen dus niet aansprakelijk worden gesteld voor de gedragingen van hun minderjarige kind van zestien jaar en ouder. Tenzij de ouders persoonlijk onrechtmatig hebben gehandeld met betrekking tot de gedraging van het kind. Dat is bijvoorbeeld het geval wanneer de ouders weten dat het kind op een onverzekerde scooter rondrijdt. Maar daar geen actie tegen voeren. De ouders zijn naast het kind aansprakelijk voor deze gedraging.
Juridische hulp
Het bewijzen van aansprakelijkheid voor minderjarige kinderen is niet altijd even makkelijk, er kunnen zich ook uitzonderingen voordoen. Wij raden u dan ook aan om uw probleem voor te leggen aan een jurist. Schade24 heeft professionele juristen in dienst. Zij zijn bereid hun juridische kennis met u te delen en u zo goed mogelijk bij te staan.
Zelf remmende auto’s
Een persoon heeft in het verkeer gemiddeld een reactiesnelheid van 1 seconde. Echter is deze seconde in 89 procent van de gevallen niet snel genoeg om een ongeval te voorkomen. Uit verschillende onderzoeken en tests van autofabrikanten blijkt dat met een automatisch remsysteem meer dan 75 procent van de ongevallen kunnen worden voorkomen. Voorts blijkt uit diezelfde tests dat er van de ongevallen die toch gebeuren, er 15 procent er met veel minder schade van af komt.
Ongevallen toegenomen
Echter heeft een kleine selectie van de huidige verkeersdeelnemers een auto die deze functionaliteit bezit. Toch is het belangrijk dat deze technologie in alle uitvoeringen van auto’s moet gaan komen. Op de Nederlandse wegen zijn het aantal verkeersongevallen namelijk flink toegenomen. In Gelderland is de toename van het aantal ongelukken het hoogst. Hier zie je op bepaalde snelwegen zelfs een toename van 131% procent.
Smartphone
Een grote rol in het toenemen van het aantal ongevallen is het gebruik van een smartphone. Uit onderzoek blijk dat Nederlandse verkeersdeelnemers 10 procent van de rit afgeleid zijn, waarvan meer dan de helft door een telefoon. Echter kan er niet worden vastgesteld dat de ongelukken daadwerkelijk zijn ontstaan door het gebruiken van een telefoon. Slachtoffers gaan uiteraard niet toegeven een telefoon te hebben gebruikt tijdens het rijden. Voorts zal moeten blijken of er een verband is met het toenemende aantal ongevallen en de eventuele toename van verkeersdeelnemers. Want indien er meer auto’s op de weg rijden bestaat er meer kans dat er een ongeval kan ontstaan.
Een zelf remmende auto’s kunnen dus voorkomen dat er een ongeval plaatsvind terwijl de bestuurder is afgeleid. Mocht de situatie zich voordoen dat een auto voor je afremt of zelfs direct tot stilstand komt. Wanneer jij bezig bent op de telefoon, zorgt de auto ervoor dat jij door middel van een geluid wordt gewaarschuwd en weer alert bent.
Het remmen zorgt ervoor dat er meer tijd ontstaat om te reageren. Het geluid zorgt ervoor dat jij zelf in staat bent het over te nemen.
Keerzijde zelf remmende auto’s
Er zit uiteraard ook een keerzijde aan zelf remmende auto’s. Doordat men meer gaat vertrouwen op het automatische remsysteem, kan het ervoor zorgen dat verkeersdeelnemers zich juist minder gaan focussen op de weg. Als er toch een zo genoemd ‘’vangnet’’ is, waarom zou ik als bestuurder dan moeten opletten, de auto doet dat dan toch voor mij? Dit kan ervoor zorgen dat men meer met zijn telefoon bezig zal zijn en juist gevaarlijke verkeerssituaties creëert.
In de toekomst zal dus gaan blijken of het automatisch remsysteem daadwerkelijk een positieve invloed heeft voor het aantal verkeersongevallen in Nederland. Ikzelf ben van mening dat over het algemeen het een positieve invloed zal hebben.
1. Stichting Incident Management Nederland (SIMN).
2. De Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid (SWOV).
Geschreven: 4 januari 2017
Digital Disruption in Claims Management
It requires insurance firms to develop new business models that enable the use of large volumes of (rich) data in a smart and efficient manner. This is easier said than done as many traditional firms face ‘digital culture shock’. However, they may have no other choice than to look past traditional business models and work towards automation, real-time processes and, in general, the digitalization of insurance business in order to compete. It means more than just using new digital tools and skills, instead a culture should be fostered where people possess core competencies that enable them to adapt, learn, innovate and eventually shape ’the rules of the game’ by disrupting the status quo. This means that firms, in principle, need to be built for change, be data-driven, and embrace disruption.
On a more specific level, digital advancements in claims management can be a critical source of competitive advantage. Customers who have a claim, evaluate the firm on this crucial moment. Faulty claim handling can have serious consequences for the firm’s reputation and performance. That is why big data and new technologies can be useful to make the process better and more efficient. For instance, it is possible to identify the right treatment for a particular claim and make intelligent decisions during the early stages of the claims process. This can reduce costs and shorten claims processing times significantly. It can also be used for more information-intensive customer interactions. A claim can have substantial impact on a customer’s life. It is expected from insurance firms to deal with their claim in the best manner possible. This means, amongst other things, making the right decisions, being transparent and keeping close contact with the customer throughout the process. In summary, the next generation of technologies make it possible to provide next level of operational excellence and improved customer experience.
Schade24, who specializes in injury claims, is working on the digitalization of such claim handling and customer engagement processes. A platform is under construction that will provide customers the access to monitor the claims process and enter into a dialogue whenever preferred. This platform provides exchange of communication and documents on a continuous basis. This should reduce the amount of traditional communication methods such as calling, e-mailing, and face-to-face meetings to some extent. Furthermore, a streamlined process in which data flows fast and easily throughout the chain is strived for. From determining the liability, the amount of damage, and the financial coverage to recovering damages and even detecting fraud are all processes that can be done without the intervention of claim handlers to some extent. The automation of such systems result in a straightforward, fast, and accurate process with higher customer experience in terms of quality. It also results in lower costs, a competitive edge, and fewer people needed to perform tasks. As a start-up, we have the advantage of building from scratch. Therefore, we are striving to implement the next generation of technologies and data from the beginning in order to serve customers better than ever before.
Geschreven: 4 juli 2017
Hoe wordt een compensatie vastgesteld?
Indien de reiziger recht op compensatie heeft is de hoogte van de compensatie afhankelijk van de afstand van de al dan niet gevlogen vlucht. Over het algemeen geldt: des te verder de vlucht, des te hoger de compensatie. Dit is mijns inziens vreemd, aangezien het geleden tijdsverlies, waarvoor compensatie dient te worden toegekend, hetzelfde kan zijn. Concreter geformuleerd betekent dit dat twee reizigers met vier uur tijdsverlies, die beiden op hetzelfde tijdstip, maar op verschillende bestemmingen aan komen ook verschillende compensaties kunnen krijgen. Dit terwijl het geleden tijdsverlies dezelfde grootte kent. In deze blog lees je hoe men een compensatie vastgesteld wordt.
Gelijke behandeling
Een verordening die in de Europese Gemeenschap wordt ingesteld dient te voldoen aan de algemene beginselen van het Europese recht. Een van die beginselen is het beginsel van gelijke behandeling. Het Hof van Justitie EG verwoordt het beginsel van gelijke behandeling als volgt: gelijke gevallen dienen gelijk te worden behandeld. Verschillende gevallen dienen niet gelijk te worden behandeld.[1] Veelal kan snel worden gezegd dat gevallen van elkaar verschillen, het kleinste detail kan al een enorm verschil maken.
In het Sturgeon arrest leidde het beginsel van gelijke behandeling tot de gelijkstelling van vertragingen van meer dan drie uur met de annulering van een vlucht. Met als geval dat bij langdurige vertraging dus ook een recht op compensatie kan ontstaan. De vraag die in dit kader speelt is of het voorbeeld dat ik in de inleiding heb besproken geschaard kan worden onder gelijke gevallen. Mijn visie is dat het geen gelijke gevallen betreft. Er wordt namelijk over verschillende afstanden gevlogen. Echter, er kan niet worden gesproken van uiterst gedifferentieerde gevallen, vanwege het feit dat beide reizigers evenveel tijdsverlies hebben.
Er is geen sprake van strijd met het beginsel van gelijke behandeling. Dit houdt echter niet in dat het per definitie rechtvaardig is. Van onrechtvaardigheid kan desalniettemin sprake zijn.
Vaststelling compensatie
Passagiers kenden, voor dat de huidige EG Verordening 261/2004 in werking trad, reeds de al EG Verordening 295/91. Daarin kregen passagiers, die te maken hebben met instapweigering, een kleine compensatie. Maar ook de keuze tussen de teruggave van de ticketprijs of omboeking en bijstand. Dit was geen daadwerkelijke reden voor luchtvaartmaatschappijen om te proberen vertragingen en annuleringen te voorkomen. Deze verordening schoot tekort aan voldoende bescherming van passagiers wiens vlucht is geannuleerd of wanneer er sprake is van instapweigering. Het aantal annuleringen en gevallen waarin de toegang tegen de wil van de reiziger is geweigerd bleef te hoog.[2] Dat kwam doordat er voor luchtvaarmaatschappijen geen daadwerkelijke reden was om annulering en instapweigering te voorkomen. Dit vanwege het feit dat de gevolgen (compensatie en kosten voor ticket of bijstand) niet groot genoeg waren.
De bedragen van compensatie dienen als de zogenaamde ‘stok achter de deur’, dat indien luchtvaarmaatschappijen de belangen van passagiers niet eerbiedigen, een compensatie dient te worden betaald aan de passagiers wiens belangen worden geschaad.[3] De compensatie dient als herstel voor de schade van de passagier, die schade bestaat uit het geleden tijdsverlies.[4] De hoogte van de compensatie is afhankelijk van de te vliegen of al gevlogen afstand, dit terwijl de compensatie herstel dient te bieden voor het geleden tijdsverlies. De reden voor de hogere compensatie bij een langere afstand is omdat de vliegtickets over langere afstanden duurder zijn.
Het Europees Parlement heeft op basis van die informatie de hoogte van de compensatie vastgesteld. Dit is mijns inziens niet rechtvaardig. Wanneer een compensatie is toegekend die als herstel moet dienen voor het geleden tijdsverlies, dan is het onrechtvaardig als de hoogte van die compensatie is bepaald door iets anders dan tijdsverlies. Tijdsverlies is immers de schade, ongeacht de afgelegde afstand blijft het aantal geleden tijdsverlies even hoog.
Alternatieven
De hoogte van de compensatie zijn op verscheidene manieren vast te stellen. De eerste is zoals in het treinverkeer ook al is geregeld. In die verordening is de compensatie een percentage van het reeds betaalde ticket.[5] Het voordeel daarvan is dat reizigers die een hogere prijs voor een ticket betalen dus ook meer zorg van de vervoerder mogen verwachten. Indien de vervoerder tekortschiet dan is de compensatie ook hoger. Het nadeel hiervan is dat de hoogte van de compensatie wordt vastgesteld aan de hand van iets anders dan het tijdsverlies en het probleem dus nog steeds niet is opgelost.
Een tweede alternatief, in mijn optiek is dat de hoogte van de compensatie te bepalen aan de hand van het geleden tijdsverlies, met een minimum aankomstvertraging van drie uren en tijdsprongen van twee of meer uren aankomstvertraging. Dit ondervangt het probleem dat er verschil in compensatie bestaat bij hetzelfde geleden tijdsverlies. Daarbij komt nog dat de luchtvaartmaatschappij, in gevallen van vertraging of annulering van vluchten, de compensatie en dus indirect ook het tijdsverlies zo veel mogelijk proberen te beperken. Het nadeel hiervan is dat de prijs van een ticket en de af te leggen of afgelegde afstand niet in de compensatie verdisconteerd worden.
Geschreven: 3 oktober 2017
Schade24 Award 2017
In 2017 is Schade24 een nieuw initiatief gestart, de Schade24 Award. Met de Schade24 Award willen wij consumenten informeren over de kwaliteit van de huidige (letsel)schadebehandeling aan slachtoffers en bewustwording creëren onder verzekeraars over het vertrouwen in verzekeraars op dit vlak. Daarnaast is de Schade24 Award is ook bedoeld om de samenwerkingen met verschillende partijen binnen de letselschadebranche, zoals verzekeraars en letselschadebureaus, te verbeteren. Het doel is uiteindelijk om slachtoffers volledig te ontzorgen zodat zij zich kunnen richten op het herstel.
Volgens cijfers uit het CVS Consumentenmonitor (2016) heeft echter maar 55% van de consumenten een positief gevoel bij verzekeraars. Betrouwbaarheid, deskundigheid, en snelheid zijn onder andere belangrijke eigenschappen waarop consumenten verzekeraars beoordelen. Volgens dit onderzoek is er nog veel ruimte voor verbetering bij het afhandelen van een schade. Zoals het centraal stellen van een slachtoffer helpt met het snel en goed afhandelen van een schade. Echter vraagt dit om verdieping in de persoonlijke situatie van het slachtoffer door de verzekeraar voor een passende oplossing. Het slachtoffer van een ongeval kan zich dan richten op herstel en op terugkeer naar de oude situatie voor het ongeval. Hierdoor kan het slachtoffer van een ongeval zich dan richten op herstel en op terugkeer naar de oude situatie voor het ongeval.
Criteria onderzoek
Een van onze initiatieven om goede relaties op te bouwen en daarmee de schadebehandeling van letselschade te verbeteren is de Schade24 Award. Daarom zal deze award uitgereikt worden aan de meest slachtoffervriendelijke verzekeraar. Criteria zijn globaal geformuleerd aan de hand van de GBL en het CVS onderzoek:
1. Betrouwbaarheid en deskundigheid van de verzekeraar
2. Snelheid van behandeling dossier door de verzekeraar
3. Oplossingsgericht meedenken in het belang van de benadeelde
4. Bereikbaarheid verzekeraar en behandelaar
5. Respecteren van de rechten van het slachtoffer
6. Professionaliteit van de medewerkers
7. Volwaardige klachtenprocedure
Cijfers 2017
– Achmea 9.1
– TVM 8.6
– Unive 8.5
– VGA 8.1
– Klaverblad 8.0
– Unigarant 7.8
– Bovemij 7.6
– ZLM verzekeringen 7.6
– De Goudse 7.4
– HDI 7.2
– Noordhollandsche 1816 6.6
– Amlin 6.4
– Delta Lloyd/Ohra 5.2
– Generali 5.2
– Reaal/Proteq 5.0
– Nationale Nederlanden 4.6
– Aegon 4.2
– A.S.R./ Europeesche 4.2
– Allianz/Allsecur/London 3.0